Durme en middenloop van de Schelde
Het getijdengebied van de Schelde is een unieke smeltkroes van functies. Het is tegelijk een economische regio, een dichtbevolkt gebied, een internationaal vermaard natuurfenomeen én een paradijs voor wandelaars en fietsers die van de rijke mix van natuur en cultuur komen proeven. Even tekenend voor de Schelde zijn de zware overstromingen waarmee ze haar vallei in het verleden heeft geteisterd. De Schelde wordt ook wel de slagader van Vlaanderen genoemd.
Het Schelde- en Durme-estuarium strekt zich uit van Gent tot de Nederlandse grens ten noorden van Antwerpen op grondgebied van de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Meer dan de helft van het gebied bestaat uit slikken, schorren en diepe tot ondiepe watergebieden. Versnipperd in de riviervallei liggen moerassen, vochtige graslanden en natte bossen. Op een kleine oppervlakte vind je ook fossiele rivierduinen met droge graslanden, heiden en bossen.
We willen hier het gebied ‘Polders van Kruibeke’ belichten. De Polders van Kruibeke zijn een strategische schakel in het Sigmaplan. Om Vlaanderen te vrijwaren van overstromingen worden, op strategische plaatsen langs de Schelde en haar bijrivieren, gecontroleerde overstromingsgebieden aangelegd . Bij gevaarlijk hoge waterstanden stroomt het water over de overloopdijk, zo worden overstromingen elders vermeden. De ringdijk landinwaarts beschermt het achterland.
Alles samen groeit hier een aaneengesloten natuurgebied van 600 hectare. Door waardevolle biotopen zoals elzenbroekbos, slikken en schorren en weidevogelgebied, zal het gebied op Vlaams en Europees niveau een belangrijke bijdrage leveren aan de natuurdoelen. Qua vogels kan je hier blauwe reiger, kluut, bruine kiekendief, blauwborst… en nog vele andere spotten. De Polders van Kruibeke kennen nu al een grote soortenrijkdom waar we best trots op zijn. Zoogdieren als haas, ree, bever en otter hebben het hier naar hun zin.